Audrey

Hoe ziet je werkdag eruit?
“We werken met startblokken, een programma voor ontwikkelingsgericht werken. We maken een jaarplanning die aansluit bij de belevingswereld van het kind. We introduceren het in de kring, met een boek, met een lied, de thema’s  bouwen we samen uit met activiteiten in kleine groepjes of met een grote groep. Maar binnen het dagprogramma is er ook genoeg ruimte voor eigen inbreng van de kinderen. We kijken en luisteren goed naar de kinderen. Zo hebben we nu het thema Kunst, we doen veel verschillende dingen met verf, krijt, scheerschuim, klei en muziek. Wij hebben alles tentoongesteld en sluiten het thema af met een ‘echt’ museum.  Als ze eigen speelgoed meenemen, is dat op ‘eigen risico’. Samen spelen, samen delen. Het kan ook stukgaan. Of ze nemen een boek mee, dan gaan we dat voorlezen. Dan heeft het misschien niks met ons thema te maken, maar dat maakt niks uit. Dat is onze kracht, dat we kunnen improviseren.”

Waar krijg je een glimlach van op je werk?
“Ik ben geen goede zangeres, maar ik vind het wel heel erg leuk om met mijn stem te spelen! Ik zing veel liedjes, zoals een simpel liedje ‘met je vingertjes’ of geïmproviseerde liedjes. Vooral liedjes met bewegingen slaan goed aan, kinderen vinden dat gewoon heel erg leuk. Als ik dan op een groep inval waarvan ik de kinderen niet ken en we zitten aan tafel, kan ik afwachten maar ik kan ook alvast een bewegingsliedje gaan zingen. Als kinderen dan enthousiast meedoen, dan word ik daar heel gelukkig van.”

Wat vond je een heftige gebeurtenis op de voorschool?
“Een paar jaar geleden viel een kind zo hard met zijn mond op een plantenbak dat er twee tanden uit vielen. Dat is de eerste keer dat ik gigantisch ben geschrokken. Eerst het kind opvangen en troosten, en dan moet je een moeder gaan bellen. Bij de jaarlijkse herhaaltraining over Eerste hulp bij jonge kinderen vraagt de trainer wie weleens wat heeft meegemaakt. Dan heb ik wel een verhaal.”

Wat maakt je werk op de voorschool zinvol?
“Ik vind het zo mooi om te zien dat kinderen zo oprecht zijn en zich bij ons ontwikkelen tot zelfstandige personen. Soms zie je dat kinderen passief binnenkomen, overbemoederd worden door hun ouders. Dat ze niet gewend zijn om aan tafel te zitten, thuis worden achternagelopen met een stukje brood. De kinderen leren onderling zoveel van elkaar. Op onze voorschool zijn zeven verschillende culturen, het is een afspiegeling van Watergraafsmeer. Ik vind het een meerwaarde. Veel herhalingen, het samenspel met andere kinderen, iets voordoen,  is iets wat ze heel snel oppakken. Wat ik ook zinvol vind is dat je kinderen kunt helpen en meer zelfvertrouwen kunt geven met complimentjes, dat ze zich prettig voelen en lekker in hun vel zitten. Als ze zich veilig en geborgen voelen, kunnen ze zich goed ontwikkelen.”